06 juni 2024

Terugblik: kennisdelingssessie werkplan 2024-2028 – Onderzoek en Monitoring Schelde-estuarium

Op 16 mei 2024 bespraken onderzoekers en betrokkenen de nieuwe doelen en acties van het team Onderzoek & Monitoring van de VNSC voor de jaren 2024-2028. Zo’n 20 aanwezigen kwamen bijeen in het VNSC-kantoor in Bergen op Zoom en werden bijgepraat door het team over de plannen. Ook was er ruimte om met elkaar in gesprek te gaan. Lees in dit artikel wat de meest voorname punten uit het werkplan zijn en wat er tijdens de kennisdelingssessie besproken is.

Presentatie werkplan 2024-2028

Tijdens de kennisdelingssessie werd door Frederik Roose (MOW) en Joost Backx (Rijkswaterstaat) het werkplan 2024-2028 gepresenteerd. Het nieuwe werkplan beschrijft wat er de komende jaren op de planning staat op het gebied van drie thema’s: Sediment, Natuur en Evaluatie(methodiek). De plannen zijn gebaseerd op de evaluatie en aanbevelingen vanuit het werkplan 2019-2023. Daarnaast zijn ook de aanbevelingen vanuit de T2021-rapportage, de Evaluatie Verdrag Beleid en Beheer Schelde-estuarium 2019-2023 en input van stakeholders meegenomen.

Door de sterke verwevenheid van het thema Klimaat met de thema’s Natuur en Sediment, wordt het onderzoek binnen het thema Klimaat geïntegreerd in deze twee thema’s.

  • Onderzoek naar effecten van klimaatverandering op hydrodynamiek, sedimentdynamiek en morfologie worden opgenomen in het thema Sediment.
  • Onderzoek naar de effecten van klimaatverandering op natuur en op het behalen van natuurdoelstellingen wordt opgenomen in het thema Natuur.

Een aparte ‘Werkgroep Droogte Kanaal Gent-Terneuzen’ kijkt specifiek naar hoe met de droogteproblematiek op het kanaal Gent-Terneuzen kan worden omgegaan.

Plannen voor het thema ‘Sediment’

Sediment is een onmisbare basis van alle functies in het Scheldesysteem. Zo beïnvloedt het de morfologie (bodemligging): dit leidt tot veranderingen in het gehele Scheldesysteem. De focus ligt hierbij op sedimentbeheer op korte en lange termijn en de effecten hiervan op het systeem. Ook wordt onderzocht hoe sedimentbeheer kan worden ingezet om in te kunnen spelen op externe ontwikkelingen zoals zeespiegelstijging. Tijdens de vorige onderzoeksperiode werd er onderzoek gedaan naar onderwerpen als het opstellen van de sedimentbalans voor de monding en koppeling met de Westerschelde, onderzoek naar de slibbalans en aanvullend onderzoek naar de dwarsstromingen in het Zuidergat. Nu gaat het team (onder andere) aan de slag met:

  • Onderzoek en monitoring naar de sedimentbalans, onder andere door diepgaandere analyses.
  • Onderzoek naar morfologische ontwikkelingen, onder andere naar het gedrag van nevengeulen, drempels en scharen.
  • Meer aanvullend onderzoek naar de dwarsstroming bij het Zuidergat ter verbetering van de scheepvaart en de toegankelijkheid.
  • Het opstellen van een grensoverschrijdende sedimentstrategie.

Plannen voor het thema ‘Natuur’

De kwaliteit van de leefgebieden van onder andere bodemdieren, vissen en vogels in het Schelde-estuarium staat onder druk. Dat komt door factoren als troebelheid, verandering van de zoutgradiënt en waterdynamiek. Tijdens het vorige werkplan is onderzoek gedaan naar de relatie tussen troebelheid en primaire productie, de ecotopenindeling is gevalideerd en verfijnd en voor flora en fauna zijn laagwatertellingen uitgevoerd. In het nieuwe werkplan wordt er onder andere onderzoek gedaan naar het volgende:

  • Het scherp krijgen van de doelstellingen voor natuur en het effect van klimaatverandering op ecologisch functioneren onderzoeken.
  • Waarom troebelheid toe- of afneemt, hoe dit linkt aan de primaire productie als basis van het voedselweb en hoe de primaire productie verbeterd kan worden bij een vermindering van troebelheid.
  • Het belang van morfologische heterogeniteit en habitatdiversiteit voor het functioneren van het ecologisch systeem en het verder onderzoeken van habitateisen voor specifieke soorten.
  • Het verder ontwikkelen van kennis over trofische relaties en het voorkomen van flora en fauna.

Monitoring, evaluatie en rapportage

In 2023 is de evaluatie over de periode 2016-2021 afgerond met de uitgebreide T2021-rapportage. Deze evaluatie is uitgevoerd aan de hand van de in de periode 2018-2021 geactualiseerde en verbeterde versie van de Evaluatie Methodiek Schelde Estuarium (EMSE). In de periode 2014-2028 worden de volgende acties en doelen voorzien:

  • Actualiseren van de nota met de informatiebehoefte in functie van de T2027-rapportage.
  • Verbeteren van de EMSE op basis van ervaringen uit de T2021.
  • Verbeteren data- en verwerkingsscripts op basis van de ervaring van T2021.
  • Het opstarten van de T2027-evaluatie.
  • Het ondersteunen van de ontwikkeling van het ScheldeMonitor-platform in functie van het publiekelijk beschikbaar stellen van gevalideerde monitoringsdata (inclusief metadata).

Vragen en antwoorden rondom de presentatie

Er werden een aantal interessante vragen gesteld vanuit de zaal. Zo viel een van de aanwezigen bijvoorbeeld op dat er binnen het thema sediment weinig aandacht wordt besteed aan slib. Het slib is belangrijk o.a. voor ecologie (bijv. slibgehalte/ecologische kwaliteit platen en troebelheid) en ook in de sedimentbalans zou onderscheid gemaakt moeten worden tussen zand en slib. Het is belangrijk om te weten in hoeverre slib naar de kust/ Noordzee wordt getransporteerd en hoeveel naar het Schelde-estuarium.  Indien systeemkennis wordt nagestreefd hoort slib daarbij.

Verder wordt het belang van monitoring benadrukt: monitoring is cruciaal om goed onderzoek mogelijk te maken. Er wordt gewezen op de hiaten in de uitvoering van geïntegreerde monitoringprogramma en de consequenties voor onderzoek. Het resultaat van modelonderzoek is slechts zo goed als de data waarop ze gebaseerd zijn. De kosten van monitoring stellen zeer weinig voor als je het vergelijkt van alle overige kosten voor het onderzoek, terwijl de kwaliteit van de onderzoeken afhangt van de monitoring.

Vanuit de zaal werd ook gevraagd naar hoe er in het werkplan wordt omgegaan met de monitoring en effecten van (kortdurende) projecten. Hierop werd het voorbeeld genoemd van de monitoringsverplichting voor de Nieuwe Sluis Terneuzen en monitoring van natuurontwikkelingsprojecten vanuit de provincie. Daaraan werd toegevoegd dat er wordt gekeken naar het maken van een betere connectie tussen de systeemmonitoring met monitoring van dergelijke projecten.  

Een vrouw vanaf de achterkant gefotografeerd, die kijkt naar posters op een muur.
Meerdere papieren op een tafel met daarop grafieken
Man aan tafel maakt aantekeningen

Vervolg

Het werkplan 2024-2028 wordt aangeboden aan het Ambtelijk College van de VNSC. Vanuit de verschillende projectgroepen (Sediment, Natuur, Monitoring en Evaluatie) worden de onderzoeksactiviteiten verder uitgewerkt. Rond het voorjaar 2025 volgt daar meer informatie over. Daarnaast kun je regelmatig in de Scheldetopics lezen wat de conclusies uit afgerond onderzoek zijn.