15 maart 2017

Perkpolder verwelkomt steenuil

Vroeger prijkte hij op het biljet van 100 gulden, vandaag op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels: de steenuil. Het karakteristieke leefgebied van de kleine uilensoort neemt af. Een nieuw terrein met ruimte op maat van de steenuil, op een steenworp van Perkpolder, moet daar verandering in brengen.

Steenuilen doen het niet goed in onze streken. Sinds 1990 is hun aantal met 5 procent gedaald. De laatste jaren houden ze stand, maar van een groei is geen sprake. In heel Nederland blijven maar zo’n 5500 tot 6500 broedparen over. Geen wonder dus dat de kleine vogel met de felgele ogen een beschermde inheemse diersoort is volgens de Nederlandse Flora- en faunawet.

Boerenerf als habitat

Rudie Geus, hoofd van de afdeling Uitvoering bij Stichting Landschapsbeheer Zeeland: “Het grootste probleem voor de steenuil is dat zijn leefgebied sterk werd teruggedrongen. Steenuilen zijn helemaal in hun sas in een kleinschalig agrarisch landschap. Denk aan boerenerven met knoestige bomen en hagen. Vanaf paaltjes en heggen duikt het uiltje weiden met korte vegetatie in: daar gaat hij op zoek naar prooien zoals veldmuizen en insecten. Zijn nest bouwt hij in de holtes van fruitbomen en knotwilgen of onder de dakpannen van oude kippenhokken.”

Maar de laatste jaren zijn veel landschapselementen verdwenen die essentieel zijn voor de steenuil. Rudie Geus: “Steden en dorpen breiden uit en de landbouw krijgt een almaar intensiever karakter, terwijl hoogstamboomgaarden schaarser worden. Landschapselementen zoals meidoornheggen en oude kippenhokken worden steeds vaker opgeruimd. Bovendien verdwenen bepaalde waardevolle planten en dieren ten gunste van andere fauna en flora door de aanleg van het nieuwe buitendijkse natuurgebied Perkpolder. Gevolg: de steenuil zoekt tevergeefs naar een plek om te jagen en te broeden.”

Speciale nestkasten

Voor de realisatie van buitendijkse natuur bij Perkpolder heeft Rijkswaterstaat een boerderij gesloopt en wegbeplanting verwijderd. In het kader daarvan gaf het ministerie de opdracht aan Stichting Landschapsbeheer Zeeland om een gebied te creëren waar de steenuil volop kan gedijen. Anton van Berchum, omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat: “Vlak bij de Mariadijk bij Perkpolder richt de Stichting een gebied van 2 hectare in waar de steenuil kan jagen, schuilen en nestelen. Er komen knotwilgen en een hoogstamboomgaard. Ook worden er notenbomen en een Zeeuwse haag geplant. Met speciale nestkasten trekken we niet alleen de steenuil, maar ook de torenvalk en de dwergvleermuis aan. En er zullen nog andere bedreigde diersoorten aan hun trekken komen. De patrijs en de rugstreeppad bijvoorbeeld.”

Zachte recreatie

De aanleg van het terrein voor de steenuil startte op 21 februari. “Het gebied geeft een boost aan de natuur”, zegt Anton van Berchum. “Maar dat is niet alles. We verbinden onze wettelijke verplichting volgens de Flora- en faunawet ook met een maatschappelijke meerwaarde door samen te werken met de Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Die zet vrijwilligers in en plant oude, streekeigen fruitrassen in het gebied. Bovendien stelt de Stichting het terrein open voor recreanten en omwonenden. De twee hectaren vormen een prachtige aanvulling op de getijdennatuur die ontstaat in Perkpolder én ze grenzen direct aan het wandelnetwerk ‘Langs linies en kreken’. Steenuilen spotten kan vanaf juni. Dan zijn de werken afgerond en wordt het gebied toegankelijk gemaakt.”

De steenuil: een opvallende, maar bedreigde vogel.

Copyright: Stichting Landschapsbeheer Zeeland