Systeemomslag: onderzoekers vergelijken Eems en Schelde
Op 11 en 12 februari 2016 kwamen zo’n zestig experts uit Duitsland, Nederland en Vlaanderen samen in Amersfoort voor de vierde workshop Eems- en Scheldeonderzoek. Samen bogen ze zich over de laatste ontwikkelingen van het onderzoek naar water- en slibbeweging in de Eems en het Schelde-estuarium.
De Eems, een rivier in het noorden van Duitsland die in aantal opzichten op de Schelde lijkt, heeft te maken gekregen met een systeemomslag. Daarbij neemt het slib op korte tijd zeer sterk toe, zodat het water ‘hypertroebel’ wordt. Het zonlicht dringt niet meer voldoende in het water door en de zuurstofconcentratie neemt af. Dat betekent de doodsteek voor het leven in de rivier. Bovendien moet het slib geregeld weggebaggerd worden om de rivier bevaarbaar te houden. Onderzoekers zoeken nu uit welke mechanismen deze systeemomslag in de hand hebben gewerkt. Op 11 en 12 februari deelden ze tijdens een workshop hun kennis met onderzoekers en beheerders uit Duitsland, Nederland en Vlaanderen. Dat was de vierde workshop over dit onderzoek.
Kijk en vergelijk
De workshop werd georganiseerd door wetenschappers van de Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Delft. Professor Huib De Swart van Universiteit Utrecht doet al jaren onderzoek naar de ontwikkeling van slib en troebelheid in de Schelde. “De workshop paste in het project Future Ems en sluit aan bij een onderzoeksproject in het Schelde-estuarium”, vertelt De Swart. “In het project Future Ems bestuderen we de problematiek van hypertroebelheid en de systeemomslag in de Eems aan de hand van diverse doctoraatsstudies en diverse deelprojecten. De focus van de workshop lag op de Eems en de Schelde, maar andere rivieren met vergelijkbare problemen, zoals de Guadalquivir in Zuid-Spanje, kwamen ook aan bod. Door al die data en kennis samen te brengen, kunnen we het probleem beter in kaart brengen. Dat helpt ons om oplossingen voor de Eems te vinden en soortgelijke problemen in de Schelde te voorkomen.”
Getijslag
Frederik Roose, projectcoördinator Onderzoek en Monitoring bij het Departement van Mobiliteit en Openbare Werken, is nauw betrokken bij het onderzoek naar hypertroebelheid in de Schelde. Hij heeft de workshop met belangstelling bijgewoond. “Het is goed om meer inzicht te krijgen in de mechanismen die tot een systeemomslag kunnen leiden. Met die kennis kunnen we kijken of een systeemomslag werkelijk aan de orde is in de Schelde. Door gegevens te vergelijken die een systeemomslag in de hand kunnen werken en de achterliggende processen te modelleren, willen we meer inzicht krijgen in de situatie. Concreet bestuderen we de waterbeweging en slibproblematiek, inclusief zoutuitwisseling en de rol van de getijslag in dit alles.”
Die getijslag, of het verschil tussen de hoog- en laagwaterstand, is de afgelopen eeuw zowel in de Eems als in de Schelde almaar toegenomen. In Tielrode is het verschil tussen hoog- en laagwater zelfs met 30 % gestegen. Géén goede zaak, volgens experts. De toegenomen getijslag zou een van de oorzaken kunnen zijn voor een systeemomslag. Hoe meer getijslag, hoe groter de veranderingen in de stroming. Bovendien kan er extra slib het estuarium binnenkomen. Dan is de link met hypertroebelheid snel gelegd. Een ontwikkeling om in de gaten te houden.
“We willen meer inzicht krijgen in de mechanismen die tot een systeemomslag kunnen leiden.”
Frederik Roose
Projectgroep Slib
Het Future Ems-project loopt af in 2016, maar veel onderzoekers zijn geïnteresseerd in nieuwe workshops om hun onderzoeksresultaten te delen en te vergelijken. Ook voor de beheerders zijn de sessies interessant. Frederik Roose: “De onderwerpen die tijdens de workshops aan bod komen, sluiten aan bij het eerste onderzoeksprogramma van de Agenda voor de Toekomst. De projectgroep Slib van de werkgroep Onderzoek en Monitoring houdt zich bezig met slibproblematiek en het risico op een systeemomslag. We bekijken nu of we in het kader van volgende estuariene projecten geen vergelijkbare workshops op touw kunnen zetten.”