13 juni 2017

Strekdammen in Westerschelde lokken bodemdiertjes

Sinds begin deze maand temperen vijf nieuwe strekdammen in Baalhoek en Knuitershoek de stroomsnelheden van de Westerschelde. Zo ontstaan nieuwe slikken die de thuishaven worden van bodemdieren en watervogels. Met het project komt er 57 hectare waardevolle Westerscheldenatuur bij.

De unieke natuur in de Westerschelde krijgt het vaak zwaar te verduren. Daarom wil Nederland de natuur in en rond de Schelde een boost geven met meerdere natuurherstelprojecten van in totaal 600 hectare. In de buitendijkse gebieden Baalhoek en Knuitershoek bij Hulst zorgt de Provincie Zeeland voor de ontwikkeling van 57 hectare nieuwe getijdennatuur. De Provincie Zeeland heeft er in samenwerking met Rijkswaterstaat, waterschap Scheldestromen en Projectorganisatie Waterveiligheid twee nieuwe strekdammen aangelegd en drie bestaande strekdammen opgehoogd. Miek Geerts, projectmanager bij Provincie Zeeland: “De strekdammen zijn zo ontworpen dat ze de stroomsnelheden in de Westerschelde breken. Door de brute kracht van het water werd bodemleven weggespoeld en bleef er een voedselarme veenlaag over.”

Groenpootruiter

Met de nieuwe strekdammen krijgt bodemleven weer alle kansen. Miek Geerts: “Omdat het water rond de strekdammen minder snel stroomt, ontstaan er plekken waar slib kan bezinken. Zo ontstaat er ruimte voor slikken: stukken grond die overstromen bij vloed en droogvallen bij eb. Slikken zijn de ideale habitat voor bodemdiertjes. Die trekken op hun beurt vogels aan. Steltlopers, wulpen, rosse grutto’s, groenpootruiters: het zijn zeldzame vogels die een nieuwe foerageerplek prima kunnen gebruiken. Onze strekdammen gaan daarvoor zorgen.”

Hoogwatervluchtplaatsen

“De strekdammen werden in twee fases aangelegd”, vertelt Miek Geerts. “Tussen augustus en november 2016 hebben we staalslakken geïnstalleerd die de strekdam verankeren. Daarop is een laag breuksteen gestort. In de periode tussen november en april kon die steen zetten, terwijl vogels ongestoord konden foerageren in het gebied. Tijdens de tweede fase, tussen april en juni 2017, hebben we de strekdammen afgewerkt met hoogwatervluchtplaatsen, een wandelpad met vishengelsteunen en een opgehoogd strandje. De werken zaten er begin deze maand op.”

Uniek onderzoek

Ondertussen volgen onderzoekers van de HZ University of Applied Sciences (HZ), Wageningen Marine Research, Deltares en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) de resultaten van het project nauwgezet op via monitoring. Tjeerd Bouma, onderzoeker bij NIOZ en HZ: “We analyseren hoe het slib ophoogt, of het kwalitatief goed genoeg is om bodemleven te huisvesten en welke dieren zich daadwerkelijk vestigen tussen, maar ook op de strekdammen. Dat gebeurt aan de hand van metingen en monsterneming. Daarnaast doen we laboratoriumexperimenten en modelleerwerk. Uniek aan dit project is dat we dus niet alleen maar opvolgen hoe de natuur zich ontwikkelt, maar tegelijk de sturende processen proberen te begrijpen. Het is cruciaal dat we dat soort kennis opbouwen om toekomstige projecten te kunnen vormgeven.”

Foto: De strekdammen temperen de stroomsnelheden in de Westerschelde. Door Peter Buteijn