22 mei 2023

Met mondkapjes op de dijk: een terugblik op Polder2C’s

Van december 2019 tot maart 2023 vond het project Polder2C’s plaats. De Hedwige-Prosperpolder, waar het Scheldewater inmiddels binnenstroomt, werd omgetoverd tot een living lab. Verschillende experimenten op het gebied van dijkveiligheid werden uitgevoerd. Hoe is dit gegaan en wat heeft het project opgeleverd? Projectleiders Patrik Peeters (Waterbouwkundig Laboratorium) en Ludolph Wentholt (STOWA) blikken terug op de afgelopen drie jaar.

Op het terras

Het bericht dat de Hedwige-Prosperpolder definitief ontpolderd zou worden, zette Patrik en Ludolph aan het denken. De twee kennen elkaar al langere tijd via het dijkbeheer. Zou de ontpoldering geen unieke kans zijn om dijksterkteproeven in het gebied uit te voeren? “Die vraag hebben we op het terras in Antwerpen besproken”, vertelt Ludolph. “Eerst was het idee om er een samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen van te maken. Uiteindelijk deden ook Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk mee aan het project.”

Patrik en Ludolph zittend en lachend aan een picknicktafel, in het gras en langs het water. Beiden dragen gele, fluoriserende jassen.
Foto: Kees Bennema

Vlogcursus

Al snel na de start van het project brak het coronavirus uit en stonden de onderzoekers met mondkapjes op de dijk. “Tot onze verbazing had corona juist een positief effect op het project. We hadden digitaal veel contact, meer dan we offline zouden hebben gehad. Ook keek iedereen uit naar de veldonderzoeken”, noemt Patrik. De onderzoeken konden, eventueel met vertraging of in aangepaste vorm, bijna allemaal doorgaan. Ludolph beaamt de intensieve samenwerking. “We hadden veel online overleg en maakten filmpjes. We hebben zelfs met zijn allen een vlogcursus gevolgd. Ik bleek niet zo’n natuurtalent te zijn.”

Dijksterkte en dijkdoorbraak

Polder2C’s had drie uitgangspunten. Allereerst: het testen van de dijksterkte en het detecteren van anomalieën (schade). Ten tweede: het testen van noodmaterieel en het oefenen van noodplannen bij een dijkdoorbraak. Tot slot: het delen van de nieuw verzamelde kennis met de volgende generatie. Patrik vertelt dat op alle drie de vlakken veel is bereikt: “Er zijn diverse proeven en oefeningen uitgevoerd met betrokkenheid van jong en oud. Dat heeft veel nieuwe inzichten en resultaten opgeleverd.”

Mollengang

Patrik vertelt over de meest verrassende uitkomst. “Tijdens een van de proeven riep iemand: ‘stop, stop, stop!’. Per toeval ontdekte diegene een mollengang in de dijk. Die liep van boven aan de dijk, recht naar beneden, naar het water.” Ludolph vult aan: “Tijdens de overloopproef, waarbij een voortdurende waterstroom over de dijk loopt, werd de impact van zulke graverijen duidelijk. De dijk is opeens veel zwakker. Als een dijk niet door dierlijke activiteit is aangetast, kan het water 20 tot 30 uur over de dijk stromen. Zo’n mollengang verkort die tijd en maakt het onvoorspelbaar hoe snel je moet handelen.”

Een dijk met proefopstelling. Water stroomt snel over de dijk.
Foto: Mischa Keijser

Kennis blijven delen

Het project is in maart afgesloten met een driedaagse conferentie. Daar is een memorandum van overeenstemming getekend door 24 partijen. “Gezamenlijk willen we onderzoek blijven doen en kennis blijven delen. We zorgen bijvoorbeeld dat er altijd studenten van hogescholen en universiteiten mee het veld in kunnen als een proef wordt uitgevoerd”, zegt Ludolph.

Website als verzamelplaats

Benieuwd naar alle kennis die is opgedaan? Neem dan een kijkje op de website www.polder2cs.eu/results. Je vindt er onder meer video’s, infosheets, rapporten en databestanden.