22 augustus 2024

Kennisdeling maatregelen droogte Kanaal Gent-Terneuzen levert aanvullingen en nieuwe ideeën op

Het consortium Schelde in Beeld en de werkgroep droogte Kanaal Gent-Terneuzen (KGT) organiseerden afgelopen 12 juni een kennisdelingssessie. Op het kantoor van Rijkswaterstaat in Terneuzen werden uitgangspunten en waardevolle inzichten gedeeld om maatregelenpakketten rond droogte te ontwikkelen.

Advies in 2025

De werkgroep droogte KGT werkt samen met stakeholders aan maatregelenpakketten om om te gaan met de problemen door droogte en verzilting in het Kanaal Gent-Terneuzen. De samenwerkende stakeholders vertegenwoordigen verschillende belangen in en buiten de regio, zoals scheepvaart, natuur en economie. De werkgroep hoopt het Ambtelijk College van de VNSC in het voorjaar van 2025 te adviseren over de meest haalbare maatregelen ten aanzien van het Kanaal Gent-Terneuzen.

Plenaire presentaties

De bijeenkomst bestond uit een plenair gedeelte gevolgd door een aantal interactieve deelsessies. Namens de werkgroep droogte KGT introduceerde Laurens Hermans van de VNSC de problematiek en de belangrijkste te verwachten effecten als er géén maatregelen zouden worden genomen. Ook werden de eerder genomen stappen, de context van de bijeenkomst en de planning van het project gepresenteerd. Roy Daggenvoorde lichtte namens consortium Schelde in Beeld (Antea Group, HKV, Waardenburg Ecology en Universiteit Gent) een overzicht van de maatregelen toe. Tot slot kwamen de oplossingsrichtingen, beoordelingscriteria en referentiesituatie aan bod.

Maatregelenpakketten

Het doel van de werkgroep is om kansrijke maatregelen samen te voegen tot maatregelenpakketten. Deze pakketten worden op basis van de beoordelingscriteria en de referentiesituatie met elkaar vergeleken. Dit is de situatie waarbij het sluizencomplex volledig beschikbaar is, zodat meer schepen het kanaal tussen Gent en de Westerschelde kunnen gebruiken. Een bijbehorend onderdeel van de referentiesituatie is de ecologie van de omgeving. Bij de vergelijking van  maatregelen(pakketten) worden steeds de effecten doorgerekend op basis van drie scenario’s: een gemiddelde zomer, een droge zomer en een zeer droge zomer.

Luchtfoto van het kanaal Gent-Terneuzen. In de verte is de Westerschelde te zien. Aan beide zijden van het kanaal zijn woningen, industrie en landbouw te zien.
Foto: John Gundlach

Interactieve deelsessies

Tijdens de interactieve deelsessies discussieerden twee groepen over de maatregelenlijst, beoordelingscriteria en maatregelenpakketten. De werkgroep deelde een selectie van 29 kansrijke maatregelen gericht op verzilting en peilbeheer. De belangrijkste en opvallendste reacties op de maatregelen:

  • Respecteer de bovengrens van het kanaalpeil (NAP +2,35 m). Overschrijding hiervan zorgt voor aanvullende problemen.
  • Zoek aansluiting bij ontwikkelingen rondom de Moervaart en Zuidlede om in dit gebied water vast te houden.
  • Het uitbreiden van de zoutvang kan een win-winsituatie opleveren. Een slimme vergroting van de zoutvang kan het lichten van schepen op het kanaal in plaats van op de Westerschelde mogelijk maken.
  • De aanpak van de droogteproblemen biedt een kans om het gemaal op de Avrijevaart in de richting het kanaal te verplaatsen. Dit gemaal is aan het einde van zijn levensduur.
  • Er zijn meerdere varianten voor een aantal maatregelen. Wees duidelijk welke variant besproken wordt en kies bij de beoordeling voor de meest uitgebreide optie (bijvoorbeeld op de Moervaart een stuw mét sluis en vistrap).

Stakeholders pleiten voor extra beoordelingscriteria

De werkgroep heeft acht beoordelingscriteria voorgesteld om een afweging te maken tussen verschillende maatregelenpakketten:

  • Technische haalbaarheid en ruimtelijke inpasbaarheid
  • Investeringskosten
  • Effecten op peilbeheer
  • Effecten op scheepvaart
  • Effect op verzilting
  • Duurzaamheid
  • Waterkwaliteit en ecologie
  • Juridische aspecten

De deelnemers maakten duidelijk dat er ook aandacht nodig is voor de impact van mogelijke maatregelenpakketten op landbouw, bedrijven en de leefomgeving. Neem bijvoorbeeld de plaatsing van een stuw op de Moervaart. Aan de ene kant houdt dit zoutwater tegen, met gunstige gevolgen voor landbouw en economie. Aan de andere kant houdt een stuw (tijdelijk) pleziervaart en vismigratie tegen.

Vervolg

De volgende sessie vindt in het najaar plaats. Dan worden de verschillende maatregelenpakketten gedeeld. Naar verwachting volgt in het voorjaar van 2025 de laatste stakeholdersessie binnen dit project om het eindadvies toe te lichten. Hierbij wordt ook ingegaan op eventuele vervolgtrajecten.