Nieuwe inzichten rond waterleven Schelde-estuarium
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) voerde twee nieuwe onderzoeken uit naar de natuur in het Schelde-estuarium. In de eerste studie is de onderlinge samenhang tussen het waterleven bestudeerd. In de tweede studie staat de knijtenoverlast in Gentbrugge en het effect van de getroffen maatregelen centraal. De resultaten bieden nieuwe inzichten over een deel van het systeem: het waterleven.
In het onderzoek naar het waterleven van de Schelde had het INBO specifiek aandacht voor voedselrelaties en – strategieën. Het blijkt dat vlokreeften een belangrijke voedselbron zijn voor vissen als de paling en de brasem. De studie levert ook kennis over de voedselstrategieën van andere vissen op. Zo eten de jonge bot, een soort platvis, en de langneussteurgarnaal vooral wormpjes in het slik. De jonge spiering en de grijze garnaal zoeken hun voedsel juist in open water.
Effectieve maatregelen tegen knijten
Het INBO heeft ook een onderzoek uitgevoerd naar knijten, kleine bloedzuigende muggen die in de slikken langs de Schelde leven. In Gentbrugge zijn deze knijten soms in grote aantallen aanwezig en veroorzaken daardoor overlast voor de omwonenden. De Vlaamse Waterweg nv en de stad Gent troffen daarom allerlei maatregelen. Die zijn nu door het INBO geëvalueerd. Hieruit blijkt dat de effectiviteit van de maatregelen wisselt. Zo moet baggeren worden vermeden, omdat dit alleen op korte termijn effectief is. Daarentegen blijkt het stimuleren van schorvorming en het realiseren van bovendebiet (bovenstroming) juist wel effectief.
Lees de onderzoeken
Beide onderzoeken leveren belangrijke, nieuwe informatie over de natuur in het Schelde-estuarium. Dankzij deze kennis kunnen dan ook beter onderbouwde beheer- en gebiedsinrichtingsadviezen worden opgesteld. Lees op de website van het INBO meer over het onderzoek naar de samenhang tussen het waterleven en naar de maatregelen tegen knijten.