Microplastics stapelen op in het Schelde-estuarium
Plastic deeltjes zitten overal, blijkt uit een grootschalig onderzoek van PLUXIN in onder andere het Schelde-estuarium. Bij alle genomen stalen, dat waren er ruim 300 op 20 locaties in Vlaamse kustwateren, zeehavens en estuaria, is plastic aangetroffen. Het estuarium blijkt geen plek waar plastic de zee in gaat, maar eerder een bezinkplaats voor microplastics.
Uit het onderzoek komen drie hotspots met een grote hoeveelheid microplastics naar boven: het kustgebied tussen Oostende en Zeebrugge, het getijdegebied tussen Vlissingen en Bath en de Schelde stroomopwaarts vanaf Antwerpen. Hoe kleiner het microplastic, hoe talrijker, ontdekten de onderzoekers. Dat kan behoorlijk oplopen: de bodem van de Schelde bevat al zo’n 2000-4000 microplastics per kilogram. De plastics gaan met de getijdegolven op en neer, waardoor ze als het ware gevangen blijven in het estuarium, in plaats van dat ze de zee in gaan.
Verschillende soorten plastic
De onderzoekers onderzochten ook de verschillende soorten plastic die ze vonden in de Schelde. Zwaardere plastics, zoals PET (polyethyleentereftalaat), stapelen geleidelijk op in de bodem van rivieren en oevers. In het oppervlaktewater vonden de onderzoekers meer lichte kunststoffen als polypropyleen.
De ecologische impact van het plastic maakte geen deel uit van het onderzoek en moet nog onderzocht worden. Wel is het onderzoek een goede basis om te gaan zoeken naar oplossingen voor het grote plasticprobleem in de Schelde. Ook bestaande actieplannen kunnen worden bijgestuurd met data van het onderzoek. Door opvolgmetingen kan daar het effect van worden bepaald.
Vervuiling voorkomen
Het allerbelangrijkste blijft het voorkomen van plasticvervuiling, benadrukken de onderzoekers. Microplastics opruimen is mogelijk, maar zolang zwerfafval de rivieren in blijft stromen, is dat onbegonnen werk. Voorkomen is beter dan genezen.
Bronnen: MO.be | Groot onderzoek in Vlaamse havens en rivieren: plasticvervuiling zit overal; VLIZ | Plastic hoopt zich op in bodem en op oevers riviermondingen.