02 mei 2016

Fint zoekt Schelde weer op

Met wat geluk kom je ze deze dagen tegen op de Schelde: paaiende finten die met plonsen en kringen hun aanwezigheid verraden. De vis is bijna een eeuw weggeweest, maar nu is hij opnieuw bezig aan een opmars.

De fint, of meivis, is een grotere broer van de haring en dankt zijn bijnaam aan zijn paaiperiode: de maand mei. Normaal leeft de vis in de zee, maar zodra de watertemperatuur boven 15°C komt, trekt hij de rivieren op om te paaien. Dat gaat gepaard met heel wat kabaal.

Waterzuivering

Vroeger was de fint massaal te zien op de Schelde. Het gespetter van de paaiende vissen hield de buurtbewoners zelfs uit hun slaap. Tot begin 20ste eeuw werd de fint veel gevangen door Scheldevissers en vormde gedurende maanden voedsel voor veel gezinnen. Maar omstreeks 1905 raakte het water van de Schelde en haar bijrivieren zo vervuild dat de vissen wegbleven en de visserij stilviel.

Decennialang was het onmogelijk voor de fint om in de Zeeschelde te overleven. Dankzij enkele paaigebieden in de Britse en Ierse estuaria slaagde de vis er toch nog in om te overleven. Vanaf 1995 verbeterde de waterkwaliteit van de Schelde zichtbaar dankzij de bouw van grootschalige waterzuiveringsinstallaties Hoewel de waterkwaliteit nog niet volledig optimaal is, telt de rivier vandaag al heel wat meer vissoorten. De fint liet nog op zich wachten tot 2009. Vanaf 2012 werden zowel jonge als volwassen exemplaren in de Zeeschelde aangetroffen, wat op voortplanting wees. De meivis werd het symbool voor de gezondheid van het visbestand in de Schelde.

Zenders

Elk jaar doet het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) proefvangsten in de periode mei, juli en september om de ecologische toestand van de rivier op te volgen. In 2015 werden al 3604 finten gevangen. In het voorjaar waren dat alleen volwassen vissen, in de zomer alleen maar jonge exemplaren. Als de ouders terugkeren naar de zee blijven de jonge vissen nog even in het estuarium om er tot wasdom te komen. In september waren de goed gegroeide jonge vissen al verder stroomafwaarts getrokken.

Voor het eerst kreeg een aantal volwassen meivissen een zender van het INBO mee. Een hachelijke operatie, want de vis is bijzonder gevoelig. Vijf individuen konden het hele voorjaar door gevolgd worden. De dieren bleken zeer mobiel te zijn en zwommen zelfs tot twee maal terug naar de zee, om enkele dagen later weer terug te keren om te paaien.

Vrijwilligers

Ook deze lente worden vrijwilligers gemobiliseerd om te helpen bij het onderzoek naar het gedrag en het voorkomen van het getijdesysteem. De onderzoekers zullen de tijdstippen en de intensiteit van het paaigedrag nagaan en bestuderen of de vis invloed ondervindt van het weer of de getijden. Ook zullen ze uitzoeken hoe ver het paaigebied strekt.

Zin om mee te helpen aan het onderzoek? Laat het weten via natuur.klein-brabant@telenet.be.