Wat doet de Internationale Scheldecommissie?
Wist je dat het Scheldegebied zich officieel uitstrekt van Nederlandse monding tot aan Franse wateren? Daarom werken Nederlandse, Vlaamse en Franse overheidsvertegenwoordigers samen binnen de Internationale Scheldecommissie. Sinds 1995 werken zij aan duurzaam en integraal beheer van het water in dit internationale Scheldestroomgebiedsdistrict. Secretaris Generaal Leon Dhaene vertelt wat dat precies betekent in de praktijk.
Een stroomgebied heeft lak aan landsgrenzen of nationale wetten en belangen. De Internationale Scheldecommissie (ISC) brengt verschillende districten en landen samen om te overleggen over uitdagingen en kansen in het waterbeheer. Dat gaat niet alleen over vaarwegen, maar ook over oppervlaktewater, hydrologie, grondwater, vissen, calamiteuze verontreiniging, economische analyse en cartografie. Leon Dhaene: “Er is nog heel veel wat we niet weten. Men ontdekt nu pas wat een economisch en financieel voordeel herstel van een ecosysteem en biodiversiteit levert aan de maatschappij.”
In de ISC overleggen vertegenwoordigers van overheden multilateraal wat uitdagingen voor het hele gebied betekenen en welke acties gewenst, nodig of mogelijk zijn. Zo voeren zij gezamenlijk de Europese Kaderrichtlijn Water en Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s uit. ISC beheert een waarschuwings- en alarmsysteem wat verontreiniging van het oppervlaktewater in de gaten houdt. Wordt een norm overschreden en vormt de verontreiniging een bedreiging voor mens, dier, natuur of milieu, dan geeft het systeem een melding af. Die melding gaat naar de regionale hoofdwaarschuwingspost van elk lid van de ISC: in Lille, Marche en Famenne, Brussel, Evergem en Vlissingen. De kwaliteitsnormen worden vastgelegd in de Europese Kaderrichtlijn Water. De Europese Commissie is daarbij opdrachtgever, maar geen financier. De ISC opereert op dat vlak zelfstandig.
Leden van de ISC
In de commissie zetelt een delegatie van de zes verdragspartijen: de regeringen van de Franse Republiek, het Koninkrijk België, het Waalse Gewest, het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Nederland. Elke twee jaar neemt een nieuwe voorzitter de leiding over de overleggen. Momenteel is dit Patrick Roose (Operationele Directie Natuurlijk Milieu, Federaal België). De leden komen jaarlijks tijdens een plenaire vergadering bij elkaar. Daarnaast komen delegatieleiders nog in aparte overleggen bijeen en zijn er werk- en projectgroepen op de verschillende werkthema’s die regelmatig vergaderen. Daarin zitten experts vanuit overheden én onderzoeksinstituten.
Door middel van werkplannen leggen alle werkgroepen vast wat er moet gebeuren, welke onderzoeken nodig zijn en wat ieders taak is. Leon Dhaene: “Momenteel werken we aan het derde overkoepelend deel van het beheerplan water. Dat is een zesjarenplan, voor de periode van 2021 tot 2027. Dat is belangrijk, want de Kaderrichtlijn Water beschrijft duidelijk doelen die in 2027 moeten worden gehaald. Terwijl er duidelijk vooruitgang gemaakt is, blijft de toestand van het water nog kwetsbaar, onder andere door de klimaatsveranderingen.”
‘Er is geen plan b voor drinkwater’
Een probleem wat minder zichtbaar is, is dat van het grondwater. “Het Scheldegebied is de Sahara van West-Europa,” stelt Dhaene. “We zijn straks niet in staat om onze eigen bevolking van drinkwater te voorzien. In het Scheldestroomgebied speelt dit probleem o.m. wegens de spectaculaire daling van de grondwaterreserve Kolenkalk met zo’n 73 meter, die de regio Lille – Kortijk voorziet van drinkwater. Als dat zo doorgaat, loopt men het risico dat er geen drinkwater meer kan opgepompt worden uit deze reserve. Alternatieven zijn kostbaar: de Loire is verder weg en vraagt om grote installaties en vervoer, en ook drinkwater uit zeewater winnen is vele malen duurder. En voor water is er simpelweg geen plan b.” Bij zo’n uitdaging komen de verschillende actoren, zoals overheden, drinkwaterbedrijven, waterdistributeurs, etc., bij de ISC aan tafel om een probleemstelling te maken. De werkgroep wordt voorzien van wetenschappelijk advies door o.m. het Franse wateronderzoekscentrum BRMG en de Universiteit van Mons.
Nood wacht niet op de volgende vergadering
Het is belangrijk dat de ISC werkt aan een instrumentarium voor calamiteiten rond vervuiling, overstroming, droogte of tekorten. Van tevoren moet besloten worden wat er gebeurt, wie welke taken uitvoert en welke prioriteiten er gesteld worden. Dhaene: “Dat gaat over afwegingen als: wat gaat eerst, de rivier of de bevolking? En dan: de economie of natuur? Wie betaalt de rekening?” Als voorbeeld noemt hij een mogelijk scenario waarbij Belgisch grondgebied beschermd wordt door een overstromingsgebied in Frankrijk in te zetten. Als je land laat onderlopen, wordt het onbruikbaar – ook al is het ‘maar’ weiland. Soms kan het onderlopen ook zorgen voor vervuiling. “Daar moet je goede afspraken over maken, het liefst van tevoren,” stelt Dhaene.
Samenwerking met de VNSC
Hoewel het werkgebied van de ISC veel groter is, werken beide instanties voor hetzelfde doel: een toekomstbestendig beheer in het gebied. Wel verschillen de focusgebieden: waar de ISC zich op waterbeheer en klimaat focust, kijkt de VNSC naar veel meer aspecten in en om de Scheldemonding, Westerschelde, Beneden- en Boven-Zeeschelde, het Schelde-Rijnkanaal en het Kanaal Gent-Terneuzen (zie ook de kerntaken van de VNSC). Ook is nu ook een werkgroep Klimaat in oprichting binnen de VNSC. Tijdens het Ambtelijk College van de VNSC is een waarnemer van de ISC ook altijd welkom. Dhaene: “We werken in hetzelfde gebied en een aantal vertegenwoordigers en organisaties waarmee we samenwerken hebben we gemeen. We vullen elkaar op het gebied van onderzoek ook goed aan.”
Meer weten?
Bekijk meer informatie en de stroomkaarten op de pas gelanceerde nieuwe website van de ISC: https://www.isc-cie.org/