Sedimentbeheer centraal op stakeholderbijeenkomst werkgroep Onderzoek & Monitoring
Om de Schelde toegankelijk te houden worden jaarlijks miljoenen kubieke meters aan sediment weggebaggerd. Maar gebeurt dat op de juiste manier? Op haar stakeholderbijeenkomst zette de VNSC-werkgroep Onderzoek & Monitoring de principes van baggeren en storten op een rijtje en zwengelde ze het gesprek aan over de toekomstige strategie.
In de Westerschelde alleen al is weggebaggerd sediment goed voor zo’n 10 miljoen kubieke meter op jaarbasis. Die baggerspecie krijgt een nieuwe plek binnen het estuarium. Sinds de derde Scheldeverruiming gebeurt dat volgens de methode ‘flexibel storten’, waarbij het sediment verspreid wordt over plaatranden, hoofdgeul en nevengeulen. De methode heeft haar strepen verdiend: ze biedt een oplossing voor de baggerspecie én heeft aandacht voor de ecologische effecten van het storten. Maar onderzoekers blijven uitkijken naar verbeteringen. Frederik Roose, projectcoördinator Onderzoek & Monitoring bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW): “We zoeken voortdurend naar de beste methode om de rivier bevaarbaar te houden én de natuur te sparen. Bovendien moeten we tegen 2021 nieuwe vergunningen om te storten aanvragen. Daarom besteden we sinds begin dit jaar extra aandacht aan de sedimentstrategie.”
Bezorgdheden en prioriteiten
De inzichten die de werkgroep heeft verzameld blijven geen interne keuken. “We willen weten wat onze stakeholders denken over onze aanpak, strategie en resultaten”, vertelt Frederik Roose. “Daarom organiseerden we op 21 juni een stakeholderbijeenkomst met de leden van de Schelderaad. We gaven hen onder meer informatie over het actuele voortgangsrapport, de sedimentstrategie in de Westerschelde en onze belangrijkste bevindingen over het belang van slib in de waterkolom.”
Na presentaties van Frederik Roose, Chantal Martens (MOW) en Tom Maris (UA) kregen de leden van de Schelderaad de kans om uitgebreid vragen te stellen en met elkaar in discussie te treden. Een aantal van de aanwezige stakeholders leek nog met prangende vragen te zitten. Frederik Roose: “De stakeholders wilden onder meer weten naar welke natuurdoelen we streven en of er onderzoek gebeurt naar het inperken van de baggervolumes. Uit hun vragen konden we duidelijk opmaken wat hun bezorgdheden en prioriteiten zijn. Het is voor ons belangrijk om te weten hoe zij staan tegenover de beslissingen die zijn gemaakt en wat hun visie is op de toekomstige uitdagingen. Sedimentbeheer komt immers neer op het maken van keuzes. In 2017 verkennen we alle mogelijkheden voor een nieuwe strategie. Die willen we in 2018 in detail uitwerken.”
Actieve inbreng
Veel stakeholders willen graag van nabij betrokken worden bij het sedimentbeheer. En als het van de secretaris van de Schelderaad, André van der Niet, afhangt, kunnen zij op een volgende vergadering ook zelf hun standpunten presenteren. “Door een actieve inbreng te vragen van de stakeholders, kan de interactie nog een stuk groter zijn. Op die manier betrekken we de stakeholders nog meer bij het onderzoek en het beleid en zo kunnen we tot een gedragen strategie komen.”
De werkgroep Onderzoek & Monitoring legt aanpak, strategie en resultaten voor aan de stakeholders.