Overstromingsgebieden bewijzen nut bij stormtij
Vanaf 11 tot en met 14 januari werd het Scheldebekken geteisterd door een gevaarlijk stormtij. Dé lakmoesproef voor de overstromingsgebieden van het Vlaamse Sigmaplan, die aangelegd werden om overtollig water op te vangen.
Tweemaal per maand is er sprake van springtij. Als dat fenomeen samenvalt met een noordwesterstorm op de Noordzee, kunnen de waterstanden gevaarlijk stijgen. Die situatie was voorspeld voor de nacht van woensdag 11 januari tot en met zaterdag 14 januari. De alarmfase ‘stormtij’ gold voor de hele periode, voor vrijdag kondigde Vlaams waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) zelfs de alarmfase ‘gevaarlijk stormtij’ af. Dat gebeurt wanneer in Antwerpen een waterstand boven de 7 meter TAW (4,65 meter NAP) wordt verwacht. Alles werd in gereedheid gebracht om de combinatie van het springtij met storm ‘Dieter’ goed op te vangen. De keersluizen in Gent gingen dicht om de binnenstad te beschermen. Ook het sluizencomplex in Terneuzen werd gesloten.
Impact tot ver stroomopwaarts
W&Z volgde met haar aankondigingen de aanbevelingen op van het Waterbouwkundig Laboratorium Borgerhout (WL). Maarten Deschamps, hydroloog bij het WL: “Wij hebben de situatie voor, tijdens en na storm Dieter nauwgezet in kaart gebracht, onder meer met metingen en met een helikoptervlucht. De storm bleek minder fel toe te slaan dan we oorspronkelijk hadden verwacht. Een windveld waarvan voorspeld was dat het de waterstanden tijdens hoogwater zou opstuwen, bereikte zijn volle sterkte pas bij laagwater. Daardoor bleven de waterstanden onder de voorspelde waarden. Toch is de impact van het stormtij niet te onderschatten. Tot ver stroomopwaarts was het effect van de vloedgolven merkbaar. Dat heel wat overstromingsgebieden van het Sigmaplan in werking zijn getreden, is daar het beste bewijs van.”
Van Potpolder tot Bergenmeersen
Het Sigmaplan bestaat uit verschillende projectgebieden. Een keten van overstromingsgebieden treedt in werking als de Schelde en haar zijrivieren buiten hun oevers treden. Maarten Deschamps: “In Waasmunster bufferde het overstromingsgebied Potpolder I het hoge water. Daar werd vrijdag een waterstand van 7,04 meter TAW (4,69 meter NAP) opgetekend. Ook traden de overstromingsgebieden Paardeweide en Bergenmeersen, in Wichelen en Berlare, in werking. We hadden aanvankelijk ook verwacht dat het overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde zich voor de eerste maal zou vullen. Dat is een nieuw aangelegd overstromingsgebied, en meteen ook het grootste van het Sigmaplan. De overloopdijk heeft er een hoogte van 6,8 meter TAW (9,15 meter NAP). Maar omdat het waterpeil daar niet boven kwam, bleef het er droog.”
Waterkering toe
Ook in Antwerpen werden alle voorzorgen genomen om eventuele schade te beperken. “Er kon niet geparkeerd worden aan de Scheldekaaien en de waterkeringspoorten bleven gedurende de hele stormfase gesloten”, vertelt Maarten Deschamps. “Bij een drempelpeil van 6,70 meter TAW of 4,35 meter NAP moeten de waterkeringspoorten sluiten. Uiteindelijk werd dat peil met 6,75 meter TAW licht overschreden. Het water reikt dan nog een kleine 30 centimeter onder de blauwe steen waarmee de kaaimuren bezet zijn. De Antwerpse kaaien liepen uiteindelijk dus niet onder.”