Westerschelde geeft archeologische geheimen prijs
De Westerschelde in Terneuzen geeft stukje bij beetje haar archeologische geheimen prijs. Fossiele botten die tijdens het baggeren losraken, zinken naar de diepste putten in de rivier. Daar komen onderzoekers ze ophalen.
Elk jaar vissen archeologen samen met Zeeuwse vissers in de Schelde naar fossiele botten. Dat gebeurt op de diepste plekken van de Schelde, zoals de Pas van Terneuzen en de Put van Borssele. Daar storten baggerschepen alles wat ze opbaggeren. “De botten zinken meestal naar de diepere delen. Dat maakt het makkelijk voor de onderzoekers van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en onderzoeksinstituut Naturalis om te weten waar ze moeten zoeken”, vertelt Frans Weemaes, beleidsmedewerker bij de gemeente Terneuzen.
De vondsten maken duidelijk hoe het landschap er vroeger uitzag en welke dieren hebben rondgelopen waar nu de Westerschelde stroomt. Frans Weemaes: “Er zijn al botten gevonden van mammoeten, elanden, wolharige neushoorns … Alle archeologische vondsten komen in het provinciaal depot in Middelburg terecht. Volgend jaar wordt daar een overzichtstentoonstelling georganiseerd om alle ontdekkingen te tonen.”
Grondstalen voor Nieuwe Sluis
Ook de onderzoeken in het kader van de Nieuwe Sluis Terneuzen leveren boeiende archeologische informatie op. Het gaat om vooronderzoeken met sonderingen, waarbij wetenschappers op goed gekozen plaatsen gaten boren om grondstalen te nemen. Op basis van die stalen bepalen ze hoe de ondergrond eruitziet en of er archeologische opgravingen nodig zijn. Frans Weemaes: “De onderzoekers kijken vooral naar de diepere bodemlagen. De resultaten tonen onder meer aan dat de Schelde vroeger van het grondgebied van Gent langs Terneuzen liep. Van een stad was er toen nog geen sprake: het landschap zag er helemaal anders uit.”
Verdronken dorp in de ondergrond
De graafwerken voor een sluis leveren wel vaker archeologische vondsten op. Dat bleek al bij de bouw van de huidige sluizen in Terneuzen, in de jaren 1960. “De steentijd, de Romeinse tijd, de middeleeuwen: van elke periode zijn er wel overblijfselen te vinden”, weet Frans Weemaes. “Bij de eigenlijke graafwerken voor de Nieuwe Sluis zullen vast nog mooie vondsten opduiken. Maar alleen al de kennis die we nu opdoen over de bodemopbouw is van onschatbare waarde. De onderzoekers hebben achterhaald hoe het landschap rond Terneuzen er in de ijstijd uitzag en tijdens latere periodes. We weten welke delen van het landschap ooit overstroomd zijn. In de buurt van Terneuzen zit zelfs een ‘verdronken dorp’ in de ondergrond. In de toekomst willen we die bevindingen bundelen in een publicatie voor een breed publiek.”
Meer informatie vindt u op de website van de Nieuwe Sluis Terneuzen.