Tellingen tonen succes van Paardeweide als leefgebied voor vissen
Sinds mei 2016 monitoren vrijwilligers het visbestand in Paardeweide, een gecontroleerd overstromingsgebied op de grens tussen Berlare en Wichelen dat ingericht werd in het kader van het Sigmaplan. In de eerste zes maanden kregen ze al twaalf verschillenden vissoorten in hun fuiken.
Begin 2016 stelde het Agentschap voor Natuur en Bos voor om het visbestand in Paardeweide een tijdlang van dichtbij op te volgen. Vrijwilligers van de regionale natuurvereniging vzw Durme waren bereid om de soorten en aantallen in kaart te brengen. Sinds mei 2016 zetten ze elke maand gedurende 24 uur een dubbele meterslange schietfuik uit aan de binnenlandse kant van de toevoersloot. In die tijdsspanne stroomt er tweemaal water binnen in Paardeweide, een gevolg van het hoogwater op de Schelde. Dat gebeurt via de toevoersluis, waar vissen handig gebruik van maken om het overstromingsgebied in en uit te zwemmen. Bij het lichten van de fuik tellen en meten de vrijwilligers de vissen en bepalen ze de soorten. Daarna maken ze foto’s en laten ze de vissen weer vrij.
Veel jonge visjes
“In de eerste zes maanden vingen we al twaalf verschillende vissoorten: bot, paling, giebel, karper, baars, snoekbaars, brasem, rietvoorn, blankvoorn, vetje, pos en blauwband. De meest voorkomende soorten zijn giebel, brasem, baars en bot”, vertelt conservator Jan Maertens van vzw Durme. “Het water wordt in Paardeweide op peil gehouden door een beperkte inlaatsluis en een uitlaat met een slimme vistrap. Zo kunnen vissen vrij zwemmen tussen de Schelde en het overstromingsgebied, zonder hinder van de getijden. Het gebied is bij uitstek geschikt als schuilplaats en opgroeigebied voor jonge visjes. Ze vinden er voedsel en een plek om op te groeien. Op die manier draagt Paardeweide bij aan de verhoging van het visbestand.” Tijdens de eerste zes sessies kregen de vrijwilligers meer dan 5600 vissen in hun fuik, waaronder veel kleintjes. Ze vingen ook 84 Chinese wolhandkrabben, 12 meerkikkers en 12 garnalen.
Goed voor biodiversiteit
De aanwezigheid van talrijke kleine visjes verklaart mee waarom Paardeweide zo aantrekkelijk is voor visetende vogels. Jan Maertens: “Met de vele lekkere hapjes die er rondzwemmen, lokt Paardeweide heel wat reigerachtigen, steltlopers en watervogels. We zien regelmatig blauwe reigers, zilverreigers, lepelaars, aalscholvers, futen … Hoewel Paardeweide in de eerste plaats de omgeving tegen overstromingen moet beschermen, draagt het gebied ook in grote mate bij aan de biodiversiteit.” In 2015 kwam het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek al tot dezelfde conclusie voor het overstromingsgebied Bergenmeersen, dat tegenover Paardeweide ligt. De vistellingen in Paardeweide lopen nog door tot april 2018, dan wordt de eindbalans van het project opgemaakt.